Laat het aan Olcay 'SuperTrash' Gulsen over om een modefestijn te organiseren met een hoofdletter M. Voor de fall-winter 2012 catwalk show op zaterdagavond huurde ze de gigantische Passenger Terminal in Amsterdam af, die tjolkvol zat met nieuwsgierige modeliefhebbers. En de gasten werden niet teleurgesteld!
Saturday night is natuurlijk party night en dat weet SuperTrash designer Olcay Gulsen maar al te goed. Een jaar geleden werd de Gashouder op het vertrouwde Westergasterrein nog op z'n kop gezet, deze keer was het de beurt aan de Passenger Terminal in Amsterdam om als locatie voor een giga fashion show te fungeren. Deze ruimte dient normaal gesproken als aanlegplaats voor cruiseschepen, dus het was niet geheel toevallig dat de locatie nadrukkelijk een cruise thema mee had gekregen. Zo werden de bekende Nederlandse koppen front row opgewacht door dames in sailor suits, met de naam van de desbetreffende BN'er op de pet geprint.
Het nautische thema was niet echt terug te vinden in de collectie en ook deden veel looks niet bepaald winters aan. Wel leken de outfits geïnspireerd te zijn op de fabulous people die in wintertijd met een cruise vertrekken naar warmere oorden!
De sexy seventies inspired show begon met ensembles in (gebroken) wit met hier en daar fluffy accenten en ze waren veelal uitgevoerd in soepele stofjes.
Al snel ging dit samen met aardetinten, body hugging items en fliterige rokjes.
Vervolgens kwam de seventies feel - die we al voelden dankzij de lokken en high heels van de modellen - het sterkst naar voren. Streepjes en eye popping kleuren vierden hoogtij.
Even dachten we dat de lange jurken parade het einde van de show betekende, maar dat was nog niet alles! Om het eerste SuperTrash parfum 'Phenomenal' te introduceren, gaf Olcay herself een showtje weg à la Beyoncé tijdens de Billboard Awards 2011.
Wij vermoeden dat de supervrouwelijke fall-winter 2012 collectie een hit wordt; vooral de pakken, maxi dresses en aaibare items vonden we erg fijn.
Wat vind jij van de SuperTrash fall-winter 2012 show?
(Tekst & beeld: Joyce)