Knopen in onvoorstelbaar veel verschillende vormen, klosjes garen in alle kleuren van de regenboog en patronen waar mijn oogjes van gingen duizelen. Als peuter was de kledingwinkel van mijn oma de hemel op aarde.
Elke vrijdagochtend, als mijn moeder boodschappen op de markt wilde gaan doen zonder jengelend kind aan haar been, werd ik bij oma gedropt. En dat vond ik allesbehalve erg. Door mijn geringe peuterlengte kon ik zonder moeite onder de rekken door rennen, dwars door de talloze jurken, tops en jasjes. Glanzend satijn, soepel jersey en soms een stevige lap spijkerstof vormden voor mij de zogenaamde muren van mijn hut en waren tegelijkertijd een ideale verstopplek.
Zodra ik uit mijn ‘jurkenhut’ kroop, kon ik mij uren vermaken met de automaat vol klosjes en garen. Gefascineerd door al die snoepkleurtjes en het systeem waarbij de tweede klos in rij gelijk naar voren schiet zodra het voorste klosje eruit wordt getrokken, was ik er niet weg te slaan. Ook met een doos vol knopen was ik wel even zoet. Glimmend zilver, mat goud, doorzichtige pastelkleurtjes of versierd met barokke versiersels, ik vond het heerlijk om de knoopjes op kleur, thema of grootte te sorteren. En dan te bedenken dat ik niet bepaald binnen de doelgroep van mijn oma’s winkel viel. De kleding die zij verkocht bestond voornamelijk uit enkellange rokken, jasjes met schoudervullingen en blousjes in elke denkbare bloemenprint. Nu misschien weer allemaal hip, maar toen waren schoudervullingen echt alleen bedoeld voor vrouwen die de pensioensgerechtigde leeftijd hadden bereikt.
Soms bracht de koerier, naast nieuwe oude-omaatjes-kleding, ook iets voor mij mee. Zoals die keer dat er een inimini spijkerjasje bijzat. Uren heb ik voor de spiegel staan draaien en poseren en mijzelf in mijn nieuwe jasje bewonderend.
Een paar jaar later nam mijn oma mij mee naar een beurs waar ze de kleding inkocht en zag ik mijn eerste modeshow. De modellen mochten dan misschien allemaal boven de veertig zijn, de kleding nog steeds niet bepaald iets voor mij, toch vond ik het prachtig.
Inmiddels is de winkel van mijn oma al jaren gesloten, maar vaak als ik een kledingwinkel inloop komen al die heerlijke herinneringen weer boven. Dan zou ik best weer dat kleine meisje willen zijn die zich in de Zara kan verstoppen tussen al die nieuwe, gebloemde zomerjurkjes. Dan zou ik schoenen passen die meer op vrachtschepen dan elegante pumps lijken en met moeite een prachtige, doch zware schoudertas achter mij aanslepen.
Met de uitdrukking ‘je als een kind in een snoepwinkel voelen’ heb ik weinig. Mijn mooiste momenten zijn wanneer ik mij ‘als een kind in oma’s kledingwinkel’ voel.
De drie finalisten zijn bekend! Naast Britte maken Loes en Maartje kans op een stylingcursus op de Another Academy. Stem op jouw favoriet in de poll onderaan de website.