Je hebt een goede baan of opleiding, heb verstand van waar je mee bezig bent en iedereen zegt dat je het goed doet, maar toch heb je altijd dat stemmetje in je hoofd dat zegt dat het niet waar is. Hoe kan dat?
Imposter syndroom
Hoe goed je je werk ook doet, hoeveel diploma's je ook behaalt en hoeveel complimenten je ook krijgt: je blijft twijfelen aan jezelf. Dit fenomeen heet het 'imposter syndroom': je denkt dat je ergens niet thuishoort, terwijl anderen daar het tegenovergestelde over denken. Het imposter syndroom is geen officiële diagnose, maar een verzameling van persoonlijkheidstrekken.
Onzekerheid
Hoe hoger opgeleid, hoe sterker de imposter-gevoelens. Intelligente mensen die van nature een laag zelfvertrouwen hebben, twijfelen sneller aan zichzelf. Helemaal als de ouders overbeschermend of prestatiegericht zijn of veel controle uitoefenen. De kat hoger leggen helpt weinig: imposter-gedachten slijten niet met het groeien van ervaring. Mensen met imposter syndroom gaan zich vaak uitzinniger voorbereiden, waarna ze prima slagen en door anderen geprezen worden. Hierna gaat het mis: ze zijn tijdelijk opgelucht dat iets goed gelukt is, maar vanaf dat moment bevestigt elk nieuw succes in hun ogen dat ze een bedrieger zijn.
Oplossing
Het is belangrijk dat mensen met imposter syndroom begrijpen waar ze bang voor zijn. Ben je bang dat je uiteindelijk door iedereen wordt afgewezen? Voel je je niet goed genoeg om deze plek te vervullen? Wie de diepe angst in zichzelf heeft gerealiseerd, snapt dat deze niet terecht is. Zo leer je imposter-gedachten te herkennen en er niet meer naar te handelen.
Zoek daarom expres de angst op. Dat kan ik het begin heel erg eng zijn, maar hoe vaker je tegen je imposter-gevoelens ingaat, hoe makkelijker het wordt.
Deel dit artikel
